Toen Bate Wijnja en zijn compagnon Oene Lageveen in 2003 hun eigen bandenservicebedrijf begonnen, hadden ze over een aantal dingen goed nagedacht, vooral: wat doe je wel en wat doe je niet?

Het is een hot item, en bij B&O in Bolsward volgen ze de ontwikkelingen op de voet, maar ADAS-kalibratie behoort nog niet tot de specialismen. “Er zitten nog wel wat haken en ogen aan. Er is hier in de regio nog te weinig vraag naar, niet bij de garages waar wij voor werken en ook niet bij schadewerkplaatsen. Als we het werk al binnenkrijgen, kunnen we terecht bij een collega in de regio. Natuurlijk kun je ook zelf de vraag gaan creëren. Theoretisch zou je elke auto die je uitlijnt ook moeten kalibreren. Het gebeurt alleen niet. Maar er komt nog iets bij… We zouden de investering al lang gedaan hebben als we het makkelijk hadden kunnen inpassen in de werkplaats. Nu kunnen we zo’n opstelling helemaal niet kwijt in de werkplaats. We moeten eerst het pand verbouwen. Je hebt vóór de auto een meter of vijf nodig en die hebben we nu niet. Ze zijn nu wel een digitale oplossing aan het bedenken waarmee zo’n situatie nagebouwd kan worden. Dan zouden we zo’n ADAS-opstelling kunnen combineren met de uitlijnbrug. Op het moment dat zo’n oplossing er is, schaffen we direct zo’n apparaat aan.”

Hetzelfde geldt voor tyre trimmen, waarvoor de aangeboden hoeveelheid werk nog te klein is. “Het komt maar een paar keer per jaar voor dat er een klant is met een band waarvan wij zeggen: ‘Als het had gekund, hadden we hem even getrimd.’ Het is ook een redelijk kostbare machine. Maar als we er goedkoop een op de kop kunnen tikken, doen we het. En als je eenmaal zo’n machine hebt, gebruik je hem natuurlijk ook vaker.”

Velgen richten doet B&O weer wel, het herstellen van velgen daarentegen niet. “Het resultaat is meestal niet geweldig. Soms laten we wel eens een wiel lassen, maar als er echt een stuk uit is, of bij een stoeprandschade adviseren we de klant toch meestal om een nieuw wiel te kopen. Of we gaan op zoek naar een goed tweedehands alternatief.”

Windmolen

Een investering die B&O wel heeft gedaan is de aankoop van een windmolen. “We zijn daar voor 50 procent eigenaar van. Die molen stond er al toen wij hier in 2006 gingen bouwen. Hij was eigendom van een boer die hem samen met een ander bedrijf had gekocht, bij wijze van investering. De molen ging stuk en toen kregen wij de mogelijkheid om hem te kopen, samen met het bedrijf dat het onderhoud eraan deed. We hebben er wel flink in geïnvesteerd, er moest onder andere een nieuwe dynamo in, maar nu de energieprijs weer wat omhoog gaat, wordt het langzaamaan rendabel. Geld op de bank levert niks op. Omdat je als eigenaar van een windmolen ook eigenaar moet zijn van de grond waar hij op staat, hadden we er meteen een stuk grond bij. Dat is voor onze bedrijfsvoering handig, als we straks bijvoorbeeld zouden willen uitbreiden.

Daarnaast hebben we een aantal jaren geleden zonnepanelen op het dak laten plaatsen. En toen we hier gingen bouwen, zijn we meteen gestart met een aardwarmtesysteem. Dus onze verwarming en onze koeling komen uit de grond. We hebben ook geen gasaansluiting. Al met al wekken we meer stroom op dan we zelf verbruiken. Energieproductie is feitelijk onze tweede tak van inkomsten.”

Subsidie

Met betrekking tot die zonnepanelen heeft Bate Wijnja nog wel zijn eigen kijk op de subsidieregelingen die er voor dergelijke projecten zijn. “In feite zet de overheid een pot geld neer en vraagt: ‘Wil jij moeite doen om er iets uit te halen, dan kan dat.’ Wij hebben die moeite genomen en dus kregen we subsidie. Ook zonder die subsidie zouden die zonnepanelen rendabel zijn, maar dan is de terugverdientijd veel langer. Met mijn eigen boerenverstand denk ik ook dat het altijd krom is als ergens subsidie voor nodig is. Omdat de overheid in 2024 een x hoeveelheid groene stroom wil opwekken en dat op een andere manier niet voor elkaar krijgt, hebben ze die subsidie ingesteld. Maar het is van de gekke! Neem die elektrische en hybride auto’s. Omdat we over een paar jaar een miljoen elektrische auto’s op de weg willen hebben, geven ze subsidie op elektrische auto’s. De rijken hebben daar als eersten van geprofiteerd. Dat is zonde, want zij hebben die subsidie helemaal niet nodig.

Het heeft ook helemaal niets met het milieu te maken als jij in een Tesla rijdt. Niets! We hebben het gezien met de Mitsubishi Outlander, een hybride auto met een stekker. Die kon je met 0 bijtelling krijgen, geen wegenbelasting, geen bpm, niks. Weet je hoe die dingen reden? Op benzine, want niemand hing dat ding aan het stopcontact. En die dingen rijden 1 op 5! Mensen namen zo’n ding alleen voor de bijtelling. Dat had je toch van tevoren kunnen bedenken? Het heeft miljarden gekost en niets opgeleverd. Bovendien wordt de meeste energie voorlopig nog door kolencentrales of biomassa opgewekt. Dus daar ga je al met je stikstof- en CO₂-emissies.”

Eigen bedrijf

Het is niet verwonderlijk dat iemand met een uitgesproken kijk op de dingen al snel botst met de afspraken die in ketenverband nu eenmaal gemaakt moeten worden. “Destijds dacht mijn werkgever dat mijn klanten zíjn klanten waren, maar het waren míjn klanten die ik voor hem bediende. Ik had de communicatie met die klant en die wilde ik zo goed mogelijk helpen. Daar moet je je best voor doen, niet door die klant een merk door de strot te duwen. Ik snap best dat het binnen een keten zo werkt, met bulkafspraken en bonussen, maar ik wilde zo niet langer werken.” Uiteindelijk besloot Bate Wijnja in 2003, samen met zijn compagnon Oene Lageveen (zie kader), een eigen bandenbedrijf op te richten.

“Daar komt bij, geen enkele klant is hetzelfde. Niet iedere klant is met hetzelfde bandenmerk het beste geholpen. Iemand die nog een jaar met een auto wil rijden moet je geen vier winterbanden en vier wielen verkopen. Die is beter af met vierseizoenenbanden. Daarmee komt hij toch veilig de winter door en in de zomer verkoopt hij zijn auto. Dan is die klant goed geholpen en komt hij de volgende keer weer. En dan is hij best bereid om wat meer te betalen.”

“Wij willen samen met de klant en met onze leverancier een relatie opzetten, voor een langere tijd. Het is ook de reden dat ik nooit adverteer, of reclamefolders laat verspreiden. Het effect daarvan is altijd maar een week merkbaar. Bovendien geeft het scheve gezichten bij je vaste klanten. Hebben ze net een set winterbanden aangeschaft, zien ze dat ik daar een week later mee stunt in een reclamefolder. Dan krijgen ze toch het gevoel dat we ze teveel hebben laten betalen. Zo bouw je geen langdurige relatie op.

Over klanten die desondanks voor alles de scherpste prijs willen hebben, is Bate Wijnja heel stellig: “Die moeten hier helemaal niet komen. Die kunnen hun banden wel bij een webshop krijgen. Wij hebben een ander verdienmodel. We willen de klant persoonlijk helpen, de klant die hier zijn geld komt brengen, moet daar een goed gevoel bij hebben. Dat is ons doel. Voor één band is een klant elders misschien goedkoper uit, maar over de jaren heen zal hij bij ons altijd goedkoper uit zijn, omdat wij rekening houden met de specifieke wensen van een klant. Daarom kopen we ook het liefst direct bij de fabrikant. Dan heb je een directe lijn voor informatie. Daar hebben wij in onze business heel veel voordeel bij, want daar kunnen wij onze klanten mee informeren. Een garagist kan wel een band monteren, maar hij kan geen band verkopen.”

Winterbanden

De introductie van winterbanden en de komst van het bandenlabel hebben de consument dan wel bewuster gemaakt van zijn banden, veel mensen zijn nog altijd gebaat bij goed advies van een bandenspecialist. “Ze stellen bijvoorbeeld veel hogere eisen aan winterbanden dan aan zomerbanden. Bij de keuze van zomerbanden zijn ze nooit zo kritisch, maar als het op winterbanden aankomt, hebben ze ineens allemaal die winterbandentests paraat. Die labelwaarden betreffen maar drie aspecten, terwijl er veel meer aspecten zijn die een rol spelen bij de keuze van winterbanden. Het bandenlabel bijvoorbeeld geeft waarden aan van banden in nieuwstaat, maar hoe reageren ze na tienduizend kilometer? Daarvoor kan een klant vertrouwen op ons advies. Als onafhankelijke bandenspecialist heb je alleen bestaansrecht als je het op deze manier doet”, vindt Bate Wijnja. “Daarom hebben ook al onze monteurs direct contact met de klanten. We hebben ze daar ook op aangenomen: ze moeten de klant kunnen uitleggen wat ze hebben gedaan en waarom.”

Onderhoud en reparatie

Dat beperkt zich overigens niet tot bandenservice, want als bandenspecialist heeft B&O er bewust voor gekozen om onderhoud en reparatie te blijven doen. “We hebben ook een apk-keurmeester lopen. Een apk is een moment voor klantcontact en banden zijn vaak een afkeurpunt bij een keuring. Zodoende zijn we door die apk ook als bandenspecialist in beeld. Het is wel zo: als je onderhoud aanbiedt, moet je het ook goed doen. Als je een motor moet reviseren en je doet dat niet goed, dan heb je zo voor vijfduizend euro schade. Je moet de juiste mensen hebben en ze een bepaalde vrijheid geven. Ook dat betekent: investeren.”

En als B&O een klus niet zelf doet, kan het rekenen op samenwerkingen met collega-bedrijven. “We hebben met alle dealers en autobedrijven in de regio een prima verstandhouding. Iedereen moet wat kunnen verdienen. Wij doen ook werk voor hun. Banden verkopen we niet veel, maar voor bedrijven die dat wel doen, verzorgen wij bijvoorbeeld het uitlijnen. En ook dan zullen we ervoor zorgen dat een garagist, waar wij werk voor doen, daar ook zelf nog wat aan kan verdienen. Natuurlijk zullen we dat altijd open met de klant communiceren. Zodoende kunnen we een totaalservice aanbieden, want de klant komt bij ons en wij gaan het voor hem organiseren.”