In mijn beginjaren meldde zich een klant bij de werkplaatsreceptie, klagend over abnormale rookvorming achter zijn auto. Al snel bleek dat er maar liefst 8,5 liter in plaats van de voorgeschreven 5 liter olie in de motor zat. De klant had zelf regelmatig olie bijgevuld, beter te veel dan te weinig, dacht hij.

Met een veelvoud aan verschillende motoroliën en voorgeschreven aantal af te vullen liters is een foutje snel gemaakt bij het verversen van de olie voor motor of bak. In hoeverre is het autobedrijf aansprakelijk?

Regulier onderhoud en reparatie aan auto’s zijn doorgaans in juridische zin te kwalificeren als ‘aanneming van werk’, omdat het gaat om het repareren van gebruiksvoorwerpen. Het is overigens goed denkbaar dat er samenloop is met consumentenkoop, als het gaat om levering en montage van bijvoorbeeld accessoires. In dat geval gaan de regels van consumentenkoop voor, zoals een mogelijk beroep op non-conformiteit.

Deugdelijk werk

De autotechnicus moet deugdelijk werk leveren en de zorgvuldigheid in acht nemen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsbeoefenaar mag worden verwacht. Hieruit volgt dat de onderhoudsvoorschriften van de fabrikant moeten worden gevolgd. De gevolgen van het afvullen met de verkeerde olie of een onjuiste hoeveelheid zijn dan voor rekening van het autobedrijf.

Bij een beroep op non-conformiteit geniet de consument het voordeel van de twijfel als het gaat om bewijslevering. Dan wordt immers vermoed dat het gebrek (de non-conformiteit) al bestond op het moment van aflevering van de auto. In het geval van ondeugdelijk uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden ligt die bal bij de klant. Die moet stellen en zo nodig bewijzen dat er ondeugdelijk werk is geleverd. Voor wat betreft het soort olie is dat niet zo ingewikkeld: een monster nemen van de afgevulde olie en naar het lab brengen. Maar hoe werkt dat, als de vraag is of er door de monteur wel de juiste hoeveelheid is afgevuld tijdens het onderhoud?

Defecte versnellingsbak

In de zomer van 2015 te Frankrijk begaf de automatische bak van de Vito het bij een kilometerstand van ruim 180.000. Het voorgaande onderhoud was steeds bij de dealer uitgevoerd, voor het laatst bij 150.000 km. Bij 100.000 km is in 2013 volgens fabrieksvoorschrift de transmissie-olie vervangen en is er 7 liter ATF in rekening gebracht aan de klant.

De bak werd vervangen door een Franse netwerkpartner die het bonnetje bij de betreffende dealer claimde. De netwerkpartner constateerde dat er slechts 2,5 liter olie uit de bak vloeide en heeft geen lekkages waargenomen. De dealer berekende het door aan de klant, die weigerde te betalen. Naar zijn idee had de dealer tijdens het onderhoud veel te weinig olie afgevuld en daarmee geen deugdelijk werk geleverd. Dus hield hij de dealer aansprakelijk voor de schade. De kantonrechter ging onder meer af op de genoemde 2,5 liter en gaf de klant gelijk.

Naar het hof

De dealer liet het er niet bij zitten en ging naar het hof.1 Helaas was de gedemonteerde bak niet meer beschikbaar voor technisch onderzoek, zodat de ingeschakelde deskundige het moest doen met de voorliggende feiten. Naar het oordeel van het hof volgt uit het deskundigenrapport niet direct dat de dealer te weinig olie heeft afgevuld in de bak en dat die daardoor twee jaar later defect is geraakt. Dat volgt immers niet uit het feit dat er slechts 2,5 liter is afgetapt. De klant voerde ook geen redenen aan waarom de monteur een dergelijke fout zou maken en moet de vervanging alsnog volledig betalen.

Tips

Bewijslevering bleek hier lastig omdat de bak is achtergebleven in Frankrijk. Het deskundigenrapport gaf voor het hof gelukkig voldoende gronden om mee te gaan met het standpunt van de dealer. Probeer in dergelijke gevallen over de gedemonteerde onderdelen te blijven beschikken en noteer alle uitgevoerde werkzaamheden tot in detail op het servicedocument.

Heeft u een interessant juridisch vraagstuk? Mail het naar redactie@aftersalesmagazine.nl en wellicht komt het aan bod in een volgende uitgave.