“Wij zijn er voor het maken van regelgeving, niet voor de controle op de naleving er van. Daar zijn de nationale regeringen voor.” Dat stelde voormalig eurocommissaris Antonio Tajani (Industrie, en later Transport) gisteren tijdens de hoorzitting naar aanleiding van dieselgate.
Met andere woorden, Tajani wast zijn handen in onschuld. En legt de bal vooral bij landen die hun auto-industrie – en de daarbij behorende werkgelegenheid – belangrijker vonden dan het milieu. Althans, dat komt naar voren uit een andere verklaring, namelijk van eveneens voormalig eurocommissaris Janek Potocnik (Milieu). Die stelde dat hij nationale regeringen regelmatig ter verantwoording riep, maar geen gehoor vond.
Tajani hield vol altijd te hebben gedacht dat de verschillen in emissiewaarden die fabrikanten opgaven en in de praktijk werden gemeten als oorzaak hadden de (overigens goedgekeurde) testmethoden die fabrikanten aanhielden – zoals afgeplakte deurgrepen of het afwezig zijn spiegels en dergelijke. Maar frauduleuze software was nooit bij hem opgekomen, aldus Tajani.
Opmerkelijke uitspraken
Gerben-Jan Gerbrandy die als D66-europarlementariër zitting heeft in de door de Vlaamse politica Kathleen Van Brempt (Vlaamse Socialistische Partij) geleide onderzoekscommissie Dieselgate, vindt dat Tajani opmerkelijke uitspraken deed. Uit interne documenten zou namelijk blijken dat Tajani als lid van de 2e Commissie Barroso meer wist of de handel en wandel bij de Europese automobielindustrie.
Overigens kondigde de huidige eurocommissaris Vera Jourova (juridische zaken en consumentenrecht) dat zij laat onderzoeken in hoeverre Volkswagen met name dat consumentenrecht met voeten heeft getreden. Zij stelt dat Volkswagen bepaalde beloften aan de consument heeft gedaan ten aanzien van de emissiewaarden – en de consument dus willens en wetens heeft voorgelogen.
