In Amerika deed Scout Motors, een nieuw automerk dat onder Volkswagen valt, een opvallende uitspraak. Het wil elektrische auto’s bouwen die eenvoudig te repareren zijn.
Afgelopen najaar onthulde Scout zijn eerste auto’s: een volledig elektrische pick-up en SUV die teruggrijpen naar de International Scout uit de jaren ‘60 en ‘70. Ondanks de nieuwe technologie presenteert Scout, dat onder Volkswagen valt, zich als ouderwets merk. Beide modellen hebben klassieke lijnen en zelfs een bank als voorstoelen. De voertuigen van Scout zijn vierwielaangedreven en bedoeld voor off-road.
Omdat buiten de gebaande paden een schade zo gemaakt is, wil Scout zijn auto’s makkelijk te repareren maken. Dit vertelde Strategy Director Ryan Decker aan TheDrive op de CES in Las Vegas. Volgens hem zou 80% van de reparaties buiten een werkplaats gedaan kunnen worden. “We vinden inspiratie in de Scouts uit het verleden”, vertelt hij. “Dit voertuig, dit merk, is geboren op de boerderij. Daar moet materiaal lang werken en duurzaam zijn. Als er iets kapot gaat, moet je het kunnen maken.”
Schroeven
Als voorbeeld noemt Decker dat veel plaatdelen tegenwoordig gelijmd zijn. Bij Scout willen ze deze weer met schroeven aan elkaar bevestigen. In de wereld van elektrische auto’s, waar gigacasting snel populairder wordt, is schroeven ouderwets. Volgens Decker moet het zelfs mogelijk zijn een bumper te vervangen zonder dat andere plaatdelen verwijderd moeten worden. Om dit te bevorderen, wil Scout uitgebreide handleidingen publiceren.
Liefhebbers reageren enthousiast. Moderne auto’s, met name elektrische, zijn tegenwoordig nauwelijks nog zelf te repareren. Zelfs ervaren garagebedrijven hebben er moeite mee. De aankondiging van een capabel off-road voertuig zoals de Scout dat eenvoudig te repareren is, klinkt erg aanlokkelijk. Als de eerste voertuigen verkocht gaan worden over een paar jaar, zullen we zien wat er van deze belofte overblijft.
