Bij de keuze voor een garageconcept maakt iedere ondernemer zijn eigen afwegingen, want als er iets is waar de eigenaar van het onafhankelijke autobedrijf als local hero aan hecht, is het wel het zelfstandig ondernemerschap.
Bij de onlangs gehouden verkiezing van BOVAG Onafhankelijk Autobedrijf van het Jaar waren negen van de tien genomineerde bedrijven aangesloten bij een garageconcept. Dat de winnaar, Bie Olthof in Nijverdal, geen garageconcept heeft, laat zien dat het er in wezen niet toe doet of je een garageconcept hebt, als die keuze maar bewust gemaakt wordt. Juryvoorzitter Remco de Vette, tevens dga van adviesbureau Vibber: “We hechten veel waarde aan onze onafhankelijkheid als jury, waar we met zijn vijven in zitten, met vertegenwoordigers van OOMT, DCDW, ARN, Bovemij en mijzelf namens Vibber. We komen tot onze keuze na verschillende selectieronden op basis van meerdere criteria.”
“Wat de aansluiting bij een keten betreft sluit ik me graag aan bij wat Gerard ten Buuren, voorzitter van BOVAG Onafhankelijke Autobedrijven vaak zegt: ‘In een tijd waarin je steeds meer moet investeren, de branche steeds kennisintensiever wordt, kortom: waarin je als ondernemer met steeds meer uitdagingen geconfronteerd wordt, is het goed om na te gaan of je je aan moet sluiten bij een collectief.’ Ik ken heel veel bedrijven die baat hebben bij bijvoorbeeld de marketinginspanningen vanuit een keten, de inkoopvoordelen, of het delen van kennis via intervisie. Dus ik kan me heel goed voorstellen dat je je aansluit bij een keten. Daarbij moet ik zeggen dat uit het ROSA-onderzoek van BOVAG blijkt dat ketenbedrijven wel heel veel waarde hechten aan de vrijheid van het eigen ondernemerschap.”
“Je niet aansluiten bij een keten is ook een keuze en Bie Olthof is daarvan een prachtig voorbeeld. Dat bedrijf is groot geworden door klein te blijven. Ze blijven trouw aan hun traditionele waarden, trouw aan hun omgeving. Ze hebben echt een regionale functie. Ruben Elshof van Dorpsgarage Elshof, de winnaar van twee jaar geleden, is ook zo iemand die een heel duidelijk beeld heeft van hoe zijn bedrijf eruit moet zien. Hij krijgt ook geregeld bedrijven ter overname aangeboden.”
Dat roept de vraag op of een garageformule helpt, in een tijd waarin het vinden van opvolging voor een autobedrijf, of het verkopen daarvan, nog niet zo eenvoudig is. Remco de Vette: “Ik geloof niet dat het voeren van een merknaam op zich een bedrijf beter verkoopbaar maakt. Je zit als bedrijf wel in een groter geheel, waardoor je wat sneller voet aan de grond krijgt bij een collega-ondernemer die uitbreiding zoekt.”
Locatie
Bij de keuze voor een garageconcept kijkt een ondernemer onder meer naar de beschikbaarheid op de locatie waar zijn autobedrijf is gevestigd. Je kunt het ook omdraaien en uitgaan van het soort bedrijf zoeken naar een beschikbare locatie. Adviseur voor automotive vastgoed Robert Kok, eigenaar van FEST Real Estate, krijgt die vraag wel, maar niet vaak. “De vraag wat een goede locatie is voor een autobedrijf is heel erg afhankelijk van wat voor soort autobedrijf je hebt. Wat je wel ziet, is dat met name dealers op zoek zijn naar grote panden waar ze meerdere merken onder kunnen brengen. Die willen dan ook graag op een goed bereikbare locatie zitten, zichtbaar vanaf de snelweg en liefst met veel parkeerruimte. Dat is echt een probleem, maar gemeenten gaan daar niet graag in mee.”
‘Je niet aansluiten bij een keten is ook een keuze en Bie Olthof is daarvan een prachtig voorbeeld.’
“Met de ontwikkeling van steeds grotere dealergroepen zijn er ook steeds meer dealers met occasion centers die gigantisch groeien. Die bedrijven hebben nauwelijks onderhoud in die panden en dus ook weinig contact met hun klanten. Dat biedt kansen voor bedrijven met een garageconcept, die juist dichtbij de klant willen zitten. Wat zij nodig hebben is een ander type pand. Een dealer wil een hele grote showroom, veel parkeerruimte et cetera, maar een autobedrijf met een garageformule zoekt een bedrijfspand. Dat is bedrijfstechnisch ook makkelijker, want die kan zich makkelijk op een industrieterrein vestigen. Een dealer heeft winkelruimte nodig, want daar vindt verkoop aan particulieren plaats en dat mag niet altijd op een industrieterrein.”
Voor garageformules is geografische spreiding van belang en helemaal voor schadeherstelketens. Robert Kok: “Die partijen zijn vaak op zoek naar heel specifieke locaties waar ze graag zouden willen zitten. In de praktijk is dat niet eenvoudig. Ik krijg die vraag soms zelfs op postcodeniveau: ‘Ik wil op die postcode een bedrijfspand hebben.’ Ja maar, zeg ik dan, dat kan helemaal niet, want dat is een woonwijk. ‘Dan kan het misschien net aan de rand daarvan, waar nog een klein beetje industrie is toegestaan?’ Maar dan moet daar maar net een pand staan dat geschikt is voor zo’n bedrijf. Dus dan ga ik naar zo’n straat en bel bij de bedrijven die daar zitten aan, één voor één, om te kijken of er een bedrijf is dat overgenomen kan worden. En dat is voornamelijk op industrieterreinen, want gemeenten duwen dat soort bedrijven, schadeherstelbedrijven maar ook autobedrijven, steeds meer de stad uit.”
Over de juiste locatie voor een autobedrijf zegt Remco de Vette: “Het onafhankelijke autobedrijf is de local hero, waarvoor de locatie van ondergeschikt belang is. Met de online oriëntatie van de huidige consument voor een gebruikte auto zou ik niet meer kiezen voor een glazen paleis op een A-locatie. Zo’n investering is niet meer te verantwoorden. Wat ik wel vind, is dat je pand je visitekaartje moet zijn, waar het ook staat. En daar zouden veel onafhankelijke autobedrijven nog eens naar moeten kijken. Echt succesvolle bedrijven hebben dat ook wel op orde. Een voordeel van de aansluiting bij een keten is dat ze je, via hun audit-programma, kunnen helpen de kwaliteit te bewaken.”
Zoeken
Over het succes dat hij met zijn zoektocht voor autobedrijven heeft, is Robert Kok heel eerlijk: “Ik zou willen dat ik daar wat vaker succesvol in was. Mensen denken wel dat er met die elektrische auto’s helemaal niet meer aan onderhoud wordt gedaan, maar je moest eens weten hoeveel vraag ik heb naar bedrijven met een werkplaats. Er is niet één werkplaats die leeg staat. Op allerlei plekken ben ik op zoek naar panden. Niet te vinden! Of tegen huurprijzen waarvan ik me afvraag hoe een autobedrijf daar nog geld kan verdienen.”
De oorzaak van dat tekort zoekt Robert Kok in de huizenmarkt, die steeds verder onder druk is komen te staan. “Voor het pandje op de hoek waar je prima een garage in kon hebben worden astronomische bedragen geboden door partijen die daar woningen willen bouwen.”
Nog even terugkomend op de ondernemers die geen opvolging hebben en van hun autobedrijf af willen, zegt Robert Kok: “De meeste autobedrijven die mij daarvoor inschakelen zijn dealerbedrijven met één merk en het valt inderdaad niet mee om daar een nieuwe eigenaar voor te vinden. Het heeft denk ik te maken met de schaalvergroting die al een tijdje gaande is. Voor grote dealergroepen is één zo’n vestiging, met alle overhead die daarbij hoort, niet interessant. De monteurs, daar zijn ze vaak wel in geïnteresseerd, maar niet in de mensen op de administratie.”