Het echtpaar Maikel en Ilse Janssen staat actief in de wedstrijd. Dat vraagt wel om continue investeringen. Alles met het doel om nu, morgen en overmorgen tot de kopgroep te horen. “Wij zien een gezonde toekomst voor ons, ook wanneer elektrisch rijden alomtegenwoordig is.”
Als ik in Rijsbergen het erf oprijd is het rond het middaguur. De werkplaats is vol in bedrijf, de zes hefbruggen stuk voor stuk in gebruik. Dat geldt niet voor de wegenwachtauto, die op de parkeerplaats wacht op een pechgeval. Het is één van de partnerships die het bedrijf omarmde. Eén van de andere is prominent op de gevels zichtbaar: CarProf. Prominent, maar niet dominant. Of, in de woorden van Maikel: “We bestaan al sinds 1971 en iedereen kent ons als Autobedrijf Janssen. Daar hebben mijn ouders en nu wij keihard voor gewerkt. Dat gooi je niet weg om het merk van een ander te gaan voeren. Als je jouw naam kunt verbinden aan een ander sterk merk, dan ontstaat in onze ogen een krachtige combinatie.”
En zo gebeurde het dat begin 2021 CarProf als formule werd gekozen. “Het is een complete formule die niet alleen de werkplaats in beeld heeft maar ook actief is rond autoverkoop, voor ons belangrijk. De uitstraling sprak ons bovendien erg aan”, vertelt Ilse. Wat ook meespeelde is dat het een formule betreft van Alliance Automotive. “We hebben een goede relatie met onze vaste grossier PartsPoint. Die gaat nog terug tot de tijd dat het Staadegaard en IRA was. We vinden de cultuur daar prima bij ons passen.” Zowel in de showroom als in de werkplaats zien we de producten van NAPA terugkomen, het huismerk van PartsPoint-moeder Alliance.
NexDrive
De display met de NAPA-laadkabels bij de ingang trekt de aandacht. Naast de voordeur zien we nog het schild hangen dat de bevestiging levert van de EV-expertise in de werkplaats en ook de uitingen van NexDrive kun je niet missen. In de showroom diverse volelektrische auto’s. “We hebben er altijd wel een paar, maar we zijn wel kritisch in wat we neerzetten. Geen dure Tesla’s maar auto’s van maximaal 25 tot 30 duizend euro en in het B- of C-segment. Daar is hier lokaal markt voor. Ook voor diesels is lokaal wel vraag vanwege het trekvermogen dat sommige klanten verlangen.”
Die brede mix zien we terug in de werkplaats. “Met zijn technische achtergrond weet Maikel niet alleen wat monteurs nodig hebben maar hij heeft zelf ook een zwak voor apparatuur en gereedschap”, zegt Ilse. Dat blijkt wel uit de jongste investering, voorwaar geen kleintje. “We doen flink wat banden en de wielmaten worden mede door de elektrificatie en de overgang naar SUV’s steeds groter en dus zwaarder. De nieuwe machine heeft ook een wiellift en ontlast onze monteurs dus fysiek”, vertelt Maikel. “Bovendien wil je beschadiging van de kostbare wielen voorkomen. Onze nieuwe Hunter Maverick bandenwisselaar kan juist met die grotere wielen prima uit de voeten en voor die paar kleine velgmaten die we nog binnenkrijgen staat de oude machine stand-by. Voor het balanceren hebben we een nieuwe Road Force Elite.”
ADAS
De keuze voor Hunter-apparatuur staat niet op zich. “Het merendeel van de bruggen betreft bijvoorbeeld Koni’s, we kiezen eigenlijk altijd wel voor een topmerk.” Het Hunter-trio wordt compleet gemaakt door de nieuwe Hawkeye-uitlijnmachine. Dat werpt de vraag op of Autobedrijf Janssen daarmee ook al ADAS-ready is? “Nog niet. Op het naastgelegen perceel willen we onze werkplaats gaan uitbreiden. Zodra dat gebeurt komt daar een ADAS-werkplek met een nieuwe vierkolommer en de Hawkeye. Die machine is al klaar voor ADAS-gebruik maar we hebben de plek niet op de huidige plaats. Bovendien zijn we wel benieuwd welke kant de markt op gaat bewegen, richting statische of dynamische kalibratie. Dat beïnvloedt een keuze om te investeren in borden of schermen.”
‘CarProf voor de collectieve schaalgrootte die straks nodig zal zijn’
Het uit acht monteurs bestaande team klinkt ruim bemeten voor de zeven werkplekken maar is dat niet. “Al voordat we CarProf werden zijn we met WESP aan de slag gegaan en vanaf dag één bleken we hoog in onze verkochte uren te zitten. Mooi om dat zo bevestigd te krijgen! Een aantal monteurs zijn ook opgeleid als wegenwacht en kunnen dus worden opgeroepen”, legt Ilse uit. “Bovendien is ons team relatief jong dus zaken als vaderschapsverlof spelen ook mee.”
Merken verdelen
Maikel valt bij: “We investeren veel tijd en geld in opleidingen en ook daarom mis je soms iemand op de werkvloer. Maar, het is belangrijk om bij te blijven. We hebben maandelijks teamoverleg over hoe alles gaat en of er wensen zijn. Daarin hebben we ook afgestemd wie welke groepen merken wil bijhouden. Je kunt niet alles willen dus verdelen we dat onderling zonder daarbij te afhankelijk te worden van één iemand. Er moet wel altijd back-up blijven.”
Autobedrijf Janssen gebruikt maar sporadisch remote diagnose zoals via TECH360. “Het is mooi dat het kan, maar vaak kunnen we het zelf. We hebben zelf geïnvesteerd in verschillende fabriekstesters van de autofabrikanten en daarnaast nog de Bosch KTS 590 en de Autel Maxisys Ultra. Het moet raar lopen willen we zelf misgrijpen”, glimlacht Maikel. Ilse bevestigt het indirect: “Het komt regelmatig voor dat Maikel hier ’s avonds in de werkplaats bezig is zich te verdiepen in de materie en de apparatuur. We doen er alles aan om bij te blijven. Door te investeren in apparatuur maar ook in kennis – en dus tijd – en door de juiste partners om je heen te verzamelen zoals CarProf maar ook Bovag.”
Ze heeft de aanvraagformulieren voor SERMI al op het bureau liggen, klaar om de procedure in gang te zetten als de tijd er rijp voor is. “Dat we als onafhankelijk autobedrijf toegang hebben en houden tot de data die uit het voertuig komen, is cruciaal voor het voortbestaan van de sector. Als we via SERMI onze toegang tot bepaalde systemen kunnen veiligstellen dan moeten we dat direct regelen. Als lokaal autobedrijf met een team van veertien ga je daar geen successen bereiken, maar collectief wel.”
Het is Maikel ook wel opgevallen dat in menig autobedrijf de betrokkenheid bij die toekomst een tandje minder wordt beleden. “Ik begrijp dat niet maar het betekent wel dat wij ons kunnen onderscheiden. Naar de toekomst toe is dat denk ik ook hard nodig. Ik ben niet bang voor de toekomst maar het zal niemand zomaar komen aanwaaien. Je moet er wel voor aan de bak om uiteindelijk bij de overlevers te kunnen behoren.”
