Hebt u een werknemer die zich gaandeweg anders gaat gedragen? Het kan bijvoorbeeld gaan om concentratieverlies, regelmatige ziekmeldingen, kortaf doen naar collega’s en niet meer gezellig meepraten tijdens de vrimibo. De volgende stap is het verzoek van de werknemer om een voorschot op het loon te ontvangen. Ten slotte wordt u als werkgever geconfronteerd met de gerechtsdeurwaarder: hij legt beslag legt op het loon van de werknemer. Wat nu?
De schulden zijn vervelend voor de werknemer, maar ook de werkgever kan erdoor in de problemen komen. Als de werkgever niet de juiste route volgt kan het gevolg zijn dat de werkgever de schulden van de werknemer moet betalen plus de extra kosten. Dat zal de verhouding tussen werknemer en werkgever er niet beter op maken.
Het loonbeslag is een vorm van beslag onder derden. Dat betekent dat de gerechtsdeurwaarder niet de schuldenaar aanspreekt om de schuld te betalen maar de partij op wie de schuldenaar een vordering heeft. In dit geval is dat zijn werkgever, op wie hij na de verrichte arbeid een loonvordering heeft. Derdenbeslag voorkomt dat de schuldeiser misgrijpt als de werknemer het loont ontvangt.
De gerechtsdeurwaarder zal ten eerste informatie bij u opvragen over de werknemer. U bent verplicht die informatie te verstrekken. Op basis daarvan kan bepaald worden of u daadwerkelijk loon moet afdragen aan de gerechtsdeurwaarder. U moet verklaren aan de gerechtsdeurwaarder of de werknemer daadwerkelijk loon van u ontvangt, de termijnen waarin dat plaatsvindt en de hoogte van het nettoloon. Zijn er al eerder loonbeslagen gelegd? Dan moet u dat ook melden.
Bij loonbeslag moet de gerechtsdeurwaarder rekening houden met de beslagvrije voet, om te voorkomen dat de schuldenaar nog meer in de problemen komt. Afhankelijk van het inkomen en de leefsituatie wordt de hoogte van de beslagvrije voet bepaald. De schuldenaar wordt daarover geïnformeerd. Het nettoloon dat uitkomt boven de beslagvrije voet moet de werkgever uitbetalen aan de gerechtsdeurwaarder die het vervolgens zal afdragen aan de schuldeiser. Dat duurt voort totdat de volledige schuld is voldaan.
U moet als werkgever binnen twee weken de verklaring doen aan de gerechtsdeurwaarder, via het daarvoor bestemde formulier. Verklaart u onjuist, bijvoorbeeld door te ontkennen dat de werknemer bij u in dienst is terwijl dat wel zo is, dan loopt u het risico in een verklaringsprocedure te worden betrokken. Als u helemaal niet verklaart, kan de gerechtsdeurwaarder u rechtstreeks aanspreken voor de schuld van de werknemer. Na de verklaring bent u verplicht het bedrag dat uitkomt boven de beslagvrije voet te betalen aan de gerechtsdeurwaarder en dus niet aan de werknemer.
Als er verschillende beslagen worden gelegd, dan blijft u afdragen aan de eerste gerechtsdeurwaarder. Die zal de verdeling van de afdrachten regelen. Daar kan een wijziging in optreden als er een preferente beslaglegger bijkomt die voorrang heeft zoals de Belastingdienst. Dan kan het zijn dat u aan een andere gerechtsdeurwaarder moet afdragen.
Als de leefsituatie van de werknemer wijzigt, kan het zijn dat de beslagvrije voet daalt of stijgt. Dat moet de werknemer zelf kortsluiten met de gerechtsdeurwaarder, die u vervolgens zal informeren over de nieuwe beslagvrije voet. U mag niet zelf bepalen dat de beslagvrije voet hoger wordt, omdat de vaste lasten van de werknemer stijgen om vervolgens meer loon uit te kunnen betalen aan de werknemer. Dat maakt u schadeplichtig.
De gerechtsdeurwaarder is een openbaar ambtenaar en heeft de bevoegdheid om de informatie op te vragen en beslag te leggen. Twijfelt u of u te maken hebt met een gerechtsdeurwaarder, check dan het register gerechtsdeurwaarders op www.kbvg.nl.
Hebt u ook een juridisch gerelateerde vraag voor een column? Laat het de redactie van Aftersales Magazine weten!
