Gerhard Zeiner, een Oostenrijkse universele garagist, heeft met steun van zijn branche-organisatie, bij de EU Commissie in Brussel een verzoek ingediend tussentijds te kijken naar de concurrentieverhoudingen tussen merkdealers en universele garages. En dan met name ten aanzien van de prijsstelling van originele onderdelen.
Zeiner betoogt dat wanneer Brussel de consument en de vrije markt als uitgangspunt neemt, niet alleen technische informatie voor het universele autobedrijf beschikbaar moet zijn (zoals in de huidige regelgeving 566/2011 nadrukkelijk is gesteld), maar dat ook de prijsstelling gelijk moet zijn. Hij is van mening dat een universeel garagebedrijf ‘gewoon’ bij de importeur van het betreffende merk een onderdelenopdracht moet kunnen plaatsen onder dezelfde condities als de merkdealer.
Zeiner stelt verder – en daar wordt onder andere verwezen naar het Bovag-onderzoek ten aanzien van de toegankelijkheid van technische data – dat autofabrikanten ondanks de regelgeving nog steeds een drempel opwerpen richting het universele garagebedrijf. Daar voegt hij nu de prijsdiscussie aan toe.