Uit onderzoek blijkt dat op de Europese markt heel veel personenwagenbanden worden gedemonteerd voor het bereiken van de wettelijke minimale profieldiepte van 1,6 mm. De profieldiepte bij demontage bedraagt vaak tussen 2,5 en 3 mm.

Dit is het gevolg van informatie die veel stakeholders geven om banden vroegtijdig te demonteren. Daarbij wordt als argument aangegeven dat de prestaties op nat wegdek aanzienlijk zijn verminderd wanneer banden minder dan 3 mm restprofiel hebben. Automobilisten baseren zich vaak op dit soort informatie. De waarheid is dat profieldiepte niet de enige indicator is voor de prestaties van een band onder natte omstandigheden. Het profiel zelf, de meer dan 200 materialen die gebruikt worden voor de opbouw van de band, de gebruikte rubbersoort en de constructie van de band bepalen de kwaliteit van de band. Veiligheid is dan ook het resultaat van alle prestaties van een band tesamen, niet alleen van de profieldiepte. Uit metingen blijkt zelfs dat sommige versleten banden op nat wegdek net zo veilig zijn als sommige nieuwe banden. Bovendien worden diverse prestaties zelfs beter wanneer de band slijt. Een versleten band remt op een droge weg vaak beter dan wanneer de band nieuw is. Deze prestatie is zeer belangrijk omdat het in Europa toch meestal droog is en omdat ongeveer 70 procent van de ongevallen op een droge weg gebeuren. Andere prestaties verbeteren ook naarmate de band slijt, zowel op droge als natte weg. Zo kan de rolweerstand, naarmate de band slijt, verminderen met wel 20 procent. En dat kan dan weer leiden tot een brandstofbesparing van 4 procent en de daarmee overeenkomende besparing op de CO2-emissie. Daarnaast heeft het afrolgeluid de tendens om bij regelmatige slijtage te verminderen naarmate de band slijt. En per definitie verbetert de levensduur als we de banden gebruiken tot hun wettelijke slijtagelimiet. En dan komen we natuurlijk op een ander belangrijk punt: het vervangen van banden bij 3 mm in plaats van bij de wettelijke slijtagelimiet van 1,6 mm betekent dat de banden vaker vervangen worden wat kan zorgen voor een verhoging van het bandenbudget met wel 40 procent. Ernst & Young heeft een studie gedaan naar wat we noemen ‘geprogrammeerde vroegtijdige demontage’. Zij stellen dat de wereldeconomie snel verandert. En dat deze evolutie komt met nieuwe gebruiksmodes die versterkt moeten worden met reglementeringen die innovatie en duurzaamheid bevorderen. Men kan zich niet blijven permitteren dat banden vroegtijdig gedemonteerd worden en zo zorgen voor meer grondstofgebruik en voor een grotere hoeveelheid afval dan nodig is. De tijd voor compromissen is voorbij: de automobielsector moet verplicht worden veiligheid, economische efficiëntie en milieubescherming te combineren. Daarom vinden wij dat ook andere bandenfabrikanten banden moeten maken die veilig zijn tot het bereiken van de wettelijke slijtagelimiet. Dat kan, de technologieën daarvoor bestaan, men moet er alleen maar voor kiezen deze technologieën ook toe te passen. En niet achterwege te laten vanwege eventueel daaraan verbonden kosten. Nieuwe reglementering zou ook een stok achter de deur kunnen zijn om andere bandenfabrikanten te dwingen om hun producten te verbeteren. Zo zou men op het bekende bandenlabel de remweg op nat wegdek moeten gaan meten in versleten staat in plaats van in nieuwstaat. Dat zou een grote bijdrage leveren aan de verhoging van de verkeersveiligheid.
Deel dit artikel op​
Laatste nieuws
17 februari 2025
Renault investeert in klassiekernetwerk
17 februari 2025
Nieuwe distributiestrategie Toyo Tires krijgt vorm
17 februari 2025
Ambitie hergebruik van onderdelen te verdubbelen
14 februari 2025
Claro neemt Starwash over
14 februari 2025
‘Remmenstof schadelijker dan dieselroet’
14 februari 2025
EasyPark Group neemt Parkopedia over
Meest bekeken berichten
Recente reacties