De RAI-Bovag Aftersales Monitor 2012 bevestigt een trend die twee jaar geleden al werd ingezet: de werkplaatsfactuur bij de merkdealer wordt gelijk aan die van het universele garagebedrijf.
Kijken we naar het gemiddeld besteed bedrag per onderhoudsmoment, dan is de dealer inmiddels ‘goedkoper’ dan de universele garage, namelijk 272 euro versus 282 euro. De fastfitter scoort hier 191 euro, overigens een stabilisatie ten opzichte van 2011. Natuurlijk is er een groot verschil, waardoor je wat betreft de onderzoeksresultaten een beetje appels en peren aan het vergelijken bent. De merkdealer heeft zijn klanten vooral bij de consumenten met een auto ongeveer drie tot vier jaar oud en ligt het accent op onderhoud. Bij het onafhankelijke autobedrijf ligt dat op de vier, vijf tot acht jaar oud en zijn reparaties vaker aan de orde.
Ondanks dat de dealer een jonger wagenpark onderhoudt, ligt er een enorme communicatieve kracht in de uitkomsten opgesloten. Diverse merken laten via radiocommercials aan de consument weten dat zij scherper geprijsd zijn dan de niet-dealer. Volkswagen is daar een mooi voorbeeld van. Voor 249 euro een uitgebreide onderhoudsbeurt, waarna de klant weer twee jaar kan doorrijden!
Diverse onderdelendistributeurs hameren al langer op een verhoogde inzet door het garagebedrijf van budget-labels slijtdelen of promoten het gebruik van minder hoge brutoprijzen. In retail is de prijs het bewijs, al zal niet iedere marketeer het daar mee eens zijn.
Aftersales Magazine organiseert op 11 december het tweede Nationaal Aftersalescongres, waarbij dit onderwerp als een van de pijlers fungeert. Nog niet ingeschreven? Doe het nu.