Als eigenaar van Bie Olthof ben ik werkgever van 25 mensen. Dat zijn niet alleen de mensen die in het autobedrijf werken, maar ook in de shop, in de bakery, alles bij elkaar. Daar zit ook iemand bij die hier maar acht uur in de week werkt. In totaal gaat het om 15 fte. Daarmee zijn wel 25 families of gezinnen mede afhankelijk van een inkomen dat ze hier verdienen. Dat is een hele verantwoordelijkheid, zeker omdat ze allemaal uit het dorp komen.
Omdat er elke maand 25 salarissen betaald moeten worden, moeten daar ook voldoende inkomsten tegenover staan. Voor de werkplaats kan ik aan de hand van het uurloon en het aantal gefactureerde uren goed doorrekenen wat een werknemer kost en wat hij oplevert; voor de bakery kan ik moeilijk zeggen hoeveel broodjes een medewerker moet verkopen. Ik kan wel zorgen dat de service die zij verlenen optimaal is.
Sowieso geldt voor iedereen die hier werkt dat hij of zij het ook leuk moet vinden om de gastvrijheid van Bie Olthof uit te dragen. We hebben daarover in het verleden wel eens getwijfeld bij iemand die we wilden aannemen, maar die persoon had er zelf ook twijfels over en ging uit zichzelf al weg. Een monteur die alleen in zijn hoekje wil sleutelen en verder geen aanspraak van klanten wil, zal het hier wel moeilijk krijgen. Iedereen die hier werkt, moet een beetje Olthof-DNA hebben.
Alles loopt hier ook door elkaar; de dames uit de bakery krijgen wel eens vragen over de olie, dus zij moeten de klant kunnen helpen om op de tablet de goede olie te vinden. En de monteur kan de klant die even moet wachten de weg wijzen naar de bakery. Het medewerkersbestand is ook behoorlijk divers: we hebben twee leerlingen, een BBL’er en een BOL’er, zelfs vier mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daar moet je wat meer geduld mee hebben, maar ze zijn wel heel trouw. Die hebben echt het Olthof-DNA.
Omdat we zoveel verschillende diensten aanbieden, zijn er voor medewerkers ook mogelijkheden om door te groeien. We hebben zelfs twee jongens die als veertien-, vijftienjarige binnen zijn gekomen voor het autowassen en die nu in de werkplaats werken. Dat zijn de besten. En we hebben een jongen die het altijd heel spannend vond om een klant te woord te staan, of om zelfs maar de telefoon op te pakken. Die hebben we toen, in goed overleg, een paar dagen op het tankstation achter de kassa gezet. Dat was een goede leerschool, want hij heeft het er nu nog over hoe blij hij is dat hij dat toen gedaan heeft. Nu is hij chef werkplaats.