Chinese automerken liggen zowel in de VS als in de EU onder vuur van politici; vuur dat wordt aangewakkerd door concurrerende autofabrikanten die hun eigen markten willen beschermen (en ondertussen zelf graag meer naar China zouden willen exporteren) en door fabrikanten die achterlopen met hun eigen EV-transitie.
De relatief lage retailprijzen van Chinese volumemerken zijn het grootste struikelblok in de strijd om de Europese autoconsument. Ongetwijfeld zal de Chinese overheid extra steun verlenen aan haar EV-fabrikanten, maar dat is in de VS en Europa niet anders. Het zijn industriële en handelspolitieke drempels die vooral aan de internationale onderhandelingstafels geslecht zullen moeten worden.
Wat je weinig hoort, is hoe de consument tegenover de Chinese merken staat. In een interessante briefing heeft global analyst Felipe Munoz van Jato Dynamics daar een visie op losgelaten.
Bedreiging
Munoz stelt dat steeds meer Chinese merken zichtbaar worden voor de consument, juist in het volumesegment; merken die qua design, technologie en kwaliteit de westerse fabrikanten steeds meer beginnen te evenaren. Vijf NCAP-sterren zijn bijna vanzelfsprekend. De Chinese autofabrikanten zoeken enerzijds, door de gestabiliseerde thuismarkt, hun heil in de export en hebben anderzijds ook de schaal om te kunnen exporteren. Door hun prijsniveau ten opzichte van de westerse fabrikanten spreken zij consumenten aan, omdat zij voor de EV-transitie betaalbare modellen introduceren, iets waar in het volumesegment behoefte aan is. Tegelijkertijd vormt dit de grootste bedreiging voor fabrikanten uit de EU, die overigens wel enigszins wordt overdreven, want hoewel de Chinese positie op de grondstoffen- en batterijenmarkt voor de Europese auto-industrie voor een dreigende afhankelijkheid van China zorgt, kost een BYD Dolphin met wat accessoires ook ruim 30.000 euro, dus hoezo lage prijzen? Kijken we naar Europa, dan blijkt dat het marktaandeel van de gezamenlijke Chinese merken, ondanks alle marketinggeweld en de tegengeluiden uit de diverse EU-landen, nog best meevalt. De consument is namelijk nog lang niet overtuigd.
Perceptie
De elektrificatie van het Europese wagenpark is nog relatief pril. Dat houdt een explosieve groei van Chinese EV-merken voorlopig tegen, maar uiteindelijk beslist de consument. Met MG (een merk uit de SAIC-portfolio) en de Geely-merken Volvo, Polestar en Lynk & Co, plus de introducties van BYD en Xpeng, heeft de consument inmiddels door dat China iets te bieden heeft. Bovendien hebben MG en Volvo sowieso Europese roots. Uit een onderzoek van Jato blijkt dat 75 procent van de ondervraagde consumenten een positief gevoel heeft bij het merkbeeld MG.
In andere werelddelen is de instroom van Chinese automerken ook al merkbaar, waarbij uit een analyse van Jato Dynamics blijkt (zie statistiek) dat er in sommige van die markten alweer een daling van het Chinese aandeel plaatsheeft. Of dat, onder de economische druk, tijdelijk is, is nog onduidelijk. Een tsunami van Chinese merken is wellicht onderweg, maar of deze de Europese auto-industrie zal treffen, hangt er vooral van af of de consument de nieuwe merken zal accepteren en omarmen. Sowieso zal het aantal merken uit China dat uiteindelijk een winstgevend marktaandeel zal realiseren, beperkt zijn.